donderdag 13 oktober 2011

Kleurspraak

In een journaal ben je helemaal vrij om te schrijven wat je wilt. Het mag zinnig, onzinnig of dubbelzinnig zijn, kort en pinnig of breedsprakig. Je kunt deftige taal of kinderpraat gebruiken, hard en streng of  poëtisch en zachtaardig zijn.. Jij zelf  bepaalt de toon.  
Maar je kunt ook zelf de vorm bepalen. De vorm en de functie van een woord veranderen en dingen zeggen op een nieuwe zelfbedachte manier. Zulke woorden kunnen een grote zeggingskracht hebben en het bedoelde beter overbrengen dan de ‘gewone’ woorden.  Dichters gaan graag vrij en eigengereid om met taal. Niet voor niets spreken we over ‘dichterlijke vrijheden’.
Proberen?  Laten we van woorden die een kleur aanduiden eens woorden maken die een handeling of toestand of eigenschap beschrijven….

·         O, zit niet te grijzen achter je bureau. Inktblauw snel wat groenverzen met koraalrode coupletten.
·         Altijd als er mannen in de buurt waren gedroeg ze zich  barbieroze en redeneerde ze in pastelkleuren. Ik schelgeelde d’r van!
·         We mogen graag ’s zondagsmiddags even oranjeren  en uitblauwen op het strand…
Snap je hoe ’t werkt? Ga  lilalopen, groenzingen, zilverfluisteren, witharken, vermiljoenvangen of turquoisekoken, ga je te buiten met ‘kleurspraak’ en vlecht het door een  willekeurige tekst. Pas maar op: voor je ’t weet heb je  poëzie gemaakt.   
Betteke  schreef:  
'Het treingeelde vandaag even op Amsterdam Zuid, maar ik grauwde grijs onder de pijpestelen op weg naar het tramrood. Het Stedelijkwit maakte me spetterendblauw bij het zien van Crouwels grafische werken, dus verzadigd rood was mijn terugkeer!'
Prachtig toch?

2 opmerkingen:

  1. Mijn gedachten zijn zo grauw
    terwijl de lucht zo blauw,
    zo blauw is.
    Wat is er mis...
    met mij?

    Groetjes, Anneke

    BeantwoordenVerwijderen