Er zijn zinnen die zo mooi zijn dat ze klinken als een
gedicht. Toon Tellegen is een meester in het bedenken van dat soort zinnen. Deze is van hem:
“Als ik doodga wil ik een klein
zangkoor bij het voeteneind van mijn bed en ik wil als laatste gerecht
chipolata-pudding. "(Uit “Twee
oude vrouwtjes”)
Knip zo'n zin in stukjes en het leest als pure poëzie.
Als
ik doodga
wil
ik een klein zangkoor
bij
het voeteneind van mijn bed,
en ik wil
als
laatste gerecht
chipolatapudding.
Maar je kunt verder gaan en er mee spelen. Je kunt de volgorde
veranderen, het middenstuk bovenaan zetten of met het begin eindigen. Je kunt zinsdelen
en woorden herhalen. Of iets weghalen of
eraan toevoegen. Zie zo’n zin als een hompje klei waar jij iets anders van gaat
maken. Dan kan het bijvoorbeeld worden:
Als
ik doodga
wil
ik
chipolata bij mijn bed.
en
een klein zangkoor…
Liefst
aan het voeteneind.
Nog leuker wordt het als je de zin helemaal door elkaar durft te gooien en er iets anders van maakt dat onlogisch mag klinken maar wel spannend (en nu ook van jou)
wordt. Misschien zoiets:
Ik
wil als laatste doodgaan
met
voeten aan het eind van mijn zang
en
een klein chipolatakoor
Zo vind je in de woorden van iemand anders, je eigen
(on)zin.
Dit gaat verdacht veel op
dichten lijken en je kunt er veel plezier mee hebben!
Schrijf er altijd bij wie je inspireerde. In mijn
geval dus ‘Dank je wel, Toon Tellegen’.